Het wordt weer lekker weer en krijg je nu de kriebels om buiten lekker bezig te zijn en je eigen groenten te kweken. Of misschien ben je al begonnen met het voorzaaien van groenten op je vensterbank, in februari/maart. Als je zelf groenten kweekt ben je ervan verzekerd dat je biologische groenten eet met een laag nikkelgehalte. Om te zorgen dat je groenten echt zo min mogelijk nikkel opnemen zijn er een paar dingen die anders zijn dan gewoon tuinieren in je moestuin. Hieronder staan tips hoe je kunt tuinieren op nikkelarme wijze.

Tip 1 kies nikkelarme groenten
Om nikkelarme groenten te verbouwen moet je natuurlijk beginnen met groenten die van nature nikkelarm zijn of in ieder geval een niet al te hoog nikkelgehalte hebben. Zo hebben boerenkool en peulvruchten van zichzelf al een erg hoog nikkelgehalte, dus is het niet handig om daar je tuin mee vol te zetten. Je kunt dan beter iets kiezen wat als uitgangspunt een lager nikkelgehalte heeft. Hier zijn verschillende groenten die je thuis kunt verbouwen en die passen in een nikkelarm dieet:
aardappel, andijvie, artisjok, aubergine, biet, bleekselderij, bloemkool, broccoli, chilipeper, courgette, ijsbergsla, knolselderij, komkommer, kool, koolrabi, meloen, paksoi, paprika, pastinaak, pompoen, raapstelen, rabarber, radicchio, radijs, rettich, rucola, snijbiet, spruitjes, venkel, veldsla, watermeloen, witlof, wortel, zuring.
Tip 2 verdiep je in de grondsoort
Om je groenten zo nikkelarm mogelijk te maken begin je met bekijken wat voor soort grond je in je tuin hebt. Het is namelijk zo dat groenten nikkel opnemen uit de grond waarin ze groeien. In de ene grondsoort zit van nature meer nikkel dan andere, wat uiteindelijk weer terecht komt in je groenten. Zo zit er meer nikkel in klei- en leemgrond, dan in kalksteen of zandgrond. Heb je een nikkelrijke grondsoort, dan kun je dit wat “verdunnen” door reguliere aarde of zand er over te strooien, of nog beter, de bovenste laag te vervangen.
Soms moet je het gewoon doen met de grond die je hebt, ook al is die niet ideaal voor een nikkelallergie. Maar ook dán is het mogelijk om groenten te verbouwen die minder nikkel bevatten dan de groenten in de supermarkt. Je moet er op letten dat je niet onnodig nikkel toevoegt aan de grond. Zo heb ik ervoor gekozen om de bakken waarin de groenten staan te vullen met simpele aarde. In het tuincentrum zijn verschillende soorten zakken grond te koop. Zo kun je bijvoorbeeld speciale grond kopen voor moestuinen. Op de verpakking staat dat hierin voldoende meststof zit voor een paar maanden. Maar meststof betekent nikkel. Daarom heb ik gekozen voor zo basic mogelijk, zakken gewone aarde.
Tip 3 Bemesten
Om je groenten te helpen met groeien is een vorm van bemesten wel aan te raden. Wat dit betreft zoek ik het weer in de biologische hoek en gebruik ik alleen biologische mest. Hierin zit namelijk minder nikkel dan reguliere mest. Naast standaard biologische mest zijn er nog andere natuurlijke middelen om de bodem te verbeteren. Zo worden brandnetelgier en gebeentemeel vaak gebruikt in de biologische moestuin.
Uiteraard gebruik je geen pesticiden om ziekten of plagen te voorkomen. Pesticiden staan gelijk aan een hoog nikkelgehalte en dat willen we natuurlijk niet in onze groenten hebben. Wanneer er toch een ziekte of beestje in je groenten zit wat je er niet in wilt hebben, ga dan op zoek naar een natuurlijk bestrijder.

Tip 4 kies een uitdagende groente
Wanneer je zelf groenten verbouwt heb je enigszins zelf in de hand hoeveel nikkel wordt toegevoegd aan de groenten. Zo kun je bijvoorbeeld proberen om iets te verbouwen wat normaal gezien een te hoog nikkelgehalte heeft. Zo kun je proberen deze groenten te verbouwen met een lager nikkelgehalte dan in de winkel. Misschien dat je zo tóch nog iets kunt eten, wat je normaal laat liggen, omdat je lichaam er niet tegen kan. Zo heb ik bijvoorbeeld tomaten in de tuin staan. Dit zijn de enige tomaten die ik eet en waar ik geen last van krijg (eczeem, vermoeidheid etc). Lees hier meer over tomaten en nikkelallergie.
Tip 5 ook klein is fijn
Geen tuin? Geen probleem. Zet gewoon een grote pot op je balkon en zet daar groenteplantjes in. Ook in een pot kun je bijvoorbeeld tomaten, veldsla, mini-komkommer of snijbiet verbouwen. Bedenk wat je graag wilt eten en probeer het gewoon uit.
Tip 6 vermijd uitlaatgassen
Ook de locatie van je balkon of tuin is van invloed op de hoeveelheid nikkel in de grond. Woon je naast een benzinestation? Dan is de kans groot dat de grond in je tuin relatief veel nikkel bevat. Dan zou je kunnen denken aan een (mini-)kasje om nikkelvervuiling van buitenaf te vermijden. Deze kas zorgt er bovendien voor dat je groenten kunt verbouwen die van warmte houden. Zit je balkon aan een drukke weg? Zet dan je potten met bloemen aan de kant van de drukke weg en de potten met groenten aan de achterkant van je woning (als daar tenminste een wat rustiger weg is). Heb je geen buitenplek waar weinig uitlaatgassen zijn? Bekijk dan de optie van een kleine kweekkas of muurkas.
Tip 7 gewoon beginnen
Maak het jezelf niet te moeilijk en begin met groenten die makkelijk zijn om bij te houden. Courgette doet het bijvoorbeeld erg goed, ook als je er niet al te veel aandacht aan besteed. Voor paprika, witlof en tomaat heb je wat meer tijd en kennis nodig. En om het jezelf nog makkelijker te maken kies je plantjes die klaar zijn om in je moestuin te stoppen. Kijk eens rond op de markt, in het tuincentrum of vraag eens aan vrienden of familie of ze nog groenteplantjes over hebben en start meteen met je eigen nikkelarme groentetuin.
Veel plezier en geniet van mooie, verse en biologische groenten!
You must be logged in to post a comment.